THE FAR NORTH
Maandag 18 juni Cowbay Beach (parkeerplaats)
Het is net 7 uur geweest als de zon de bergen achter ons een oranje gloed geeft. Voor ons ligt het strand waar we een bakkie koffie nemen, ff rustig wakker worden hoor. Als we even later bij de camper de rest van het ontbijt nemen komt er een auto het gras oprijden. “Hey mate, wat moet dat hier, waarom staan jullie zo op het gras geparkeerd?” Verontschuldigend leggen we uit dat we een ontbijtje nemen, aan het rondreizen zijn en uit Nederland komen. Zijn gezicht klaart op, “o, no worries, dan is het goed ik zal jullie met rust laten. Maar niet voordat ik dit gegeven heb...”, en hij draait zijn raampje verder open en gooit ons 6 mandarijnen toe. “Wel eerlijk delen he?” Roept hij terwijl hij verder rijdt. Apart volk die Australiërs (wel lekkere mandarijnen trouwens).
In de middag rijden we verder noordwaarts richting 'Cape Tribulation'. Om daar te komen moeten we het pontje nemen want Cape Tribulation ligt op een schiereiland. Het pontje wordt voortgetrokken door een kabel die over de rivier is gespannen. We wanen ons voor heel even weer in Laos.
We settelen ons op Cowbay Beach voor de nacht. Een mooi plekje langs het strand waar ook toiletjes zijn. Ook hier zien we nergens een bordje 'no camping'.
Toevallig komt de Nederlander die we eerder hebben ontmoet bij de EK-wedstrijd tegen Duitsland, naast ons staan met zijn camper. Hij is samen met zijn Duitse vriendin, blijkbaar heeft hij het toch weer bijgelegd na de nederlaag. Wat betreft het free kamperen stelt hij ons wat gerust. Hij reist al 8 maanden met zijn bus door Australië en parkeert altijd overal en nergens. Hij heeft nog nooit een boete gehad en ook nog nooit mensen gesproken die een boete kregen. Wel is hij twee keer s'nachts wakker gemaakt en weggestuurd naar een andere slaapplek. Nou ja, we gokken het er maar op en parkeren de bus zo onopvallend mogelijk, alsof we elk moment snel kunnen wegrijden;
Na het eten loop ik (heel dapper) in het donker naar de toiletjes. En daar zie ik tot mijn schrik een joekel van een spin naast de wc-rol op de muur kleven. Hij zit nog wat na te kouwen op zijn avondmaaltijd, getver, volgens mij heeft 'ie nog tanden ook... naar de wc hoef ik niet meer. Slapen doen we wel, heel goed zelfs.
Dinsdag 19 juni Link Haven Camping $28 powered site
Na het inmiddels bekende Australische ontbijt (koffie, yoghurt, muesli en fruit) besluiten we dat het tijd is voor wat actie. Op de heenweg zagen we een bordje 'Crocodyllus Park'. Geen idee wat het is maar het klinkt ons alsof er wellicht krokodillen te zien zijn. We besluiten sportief de bus te laten staan en de ongeveer 3 km terug te lopen. Het Crocodyllus Park blijkt in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden geen krokodillen te hebben. Het is een bungalowparkje in de jungle. Ze organiseren nachtwandelingen waarin je kans hebt om spinnen, slangen en de beroemde inheemse loopvogel 'de Casowarie' te spotten. Achter het park is een rondwandeling van 5km door de jungle uitgezet. Wij hebben geen zin in een nachttoer en besluiten de rondwandeling te verkennen.
Het is een simpele wandeling en behalve schildpadden, vogels en spinnen, zien we niet veel dieren. ...Totdat we halverwege onder een boom wat geschuifel horen. We zijn stil en kijken nog eens goed, zou het de Casowarie zijn? We weten dat 'ie zwart moet zijn, maar hebben verder geen idee hoe dat beest er uit ziet. Hij is erg schuw en blijft verscholen in de struiken. We kunnen net zijn zwarte poten zien en 3 grote tenen... ja dat moet 'm zijn hoor. Wat hebben wij weer geluk!
Als we terugkomen bij de receptie vertellen we trots dat we een Casowarie gezien hebben. De vrouw bij de receptie kijkt ons zeer verrast aan; “Wat? Een Casowarie gezien? Weet je het zeker?” “Ja hoor, we weten het zeker. Hij zat verscholen achter de struiken maar we konden duidelijk zijn poten zien.” “Nou dat is geweldig en wat een wat mazzel hebben jullie.” Haastig meld ze het goede nieuws enthousiast aan haar collega. Wij vertrekken weer en kijken elkaar enigszins vertwijfeld aan.... het was toch wel een Casowarie die we zagen?
Tegen het eind van de middag is de was droog dus we kunnen de bus inpakken. We zijn aardig toe aan een warme douche, dus rijden we naar een camping. We landen bij de 'Link Haven Camping'. We vragen de dame bij de receptie om een klein plekje voor onze bus met stroom. Dan zien we achter haar een mooie poster van een Casowarie hangen. De receptioniste vraagt ons wat, maar wij kijken elkaar aan en schieten enorm in de lach. De Casowarie blijkt een loopvogel te zijn van het formaat struisvogel. Hij heeft inderdaad een zwart verenpak, maar is gemiddeld zo'n 1,5 meter hoog en heeft een blauwe kuif op zijn hoofd. Kortom hij lijkt in de verste verte niet op de vogel die wij vanmiddag gezien hebben, wat een gewone Australische boskip blijkt te zijn......
De receptioniste begrijpt niet veel van onze humor en verwijst ons snel naar ons plekje. De camping is mooi gelegen en heeft zijn eigen opvang voor wallabies en kangaroos. Er zijn veel wallibies die opgevangen zijn nadat ze wees zijn geworden. Ook zijn er veel oudere kangaroos die het in de natuur niet meer zouden redden. De oudste van het stel komt nieuwsgierig naar ons toegekropen. Letterlijk gekropen want zijn spieren willen niet meer zo. Maar lief is 'ie wel. En nieuwsgierig naar de camera is 'ie ook.
Eenmaal de bus geparkeerd op de camping rennen we naar de warme douche. Na 3 dagen zonder is het verreweg de beste douche die we ooit gehad hebben. We staan er een dik half uur onder en ik gooi alle sopflesjes die ik bij me heb wel 3x over me heen. Heerlijk!
Het wordt al donker als we onder de douche vandaan kruipen. We eten makkelijk (alweer) en nemen olijven en stokbrood met smeerseltjes. Ook slaan we een aardige deuk in het pak rode wijn van 4 liter(!) en daar merk je helemaal niets van:)
Woensdag 20 juni Zomaar langs een weiland bij Daintree village
We hebben nu al 3 dagen geen mobiel bereik. Normaal gesproken is dat helemaal niet erg, misschien zelfs wel prettig, maar nu baal ik er toch echt stevig van. Liek is namelijk rond deze tijd uitgerekend... Zou ons neefje al geboren zijn? Zou alles wel goed gaan? We hebben er geen idee van. Zou er nou echt nergens op dit schiereiland internet zijn? We vragen het nog eens na bij de receptie. “Nee hier is geen internet of mobiel bereik. Daarvoor moet je echt terug naar het vasteland, of bij de veerpont daar zou je al een signaal moeten oppakken.” Het is niet het reisplan, maar we staan te popelen van ongeduld dus we besluiten terug te reizen naar de pont. Hopelijk kunnen we daar een mobiel netwerk oppakken....
Maar niet voordat we nog even langs het 'Cape Tribulation' strand rijden. Volgens de lokale bevolking het mooiste strand van Queensland. En al houden ze hier wel van opscheppen, deze keer zal ik ze niet tegenspreken. Het strand is verschrikkelijk mooi, de zon breekt door als wij erop lopen en dat maakt het plaatje helemaal compleet. We zoeken een mooi afgelegen stukje op en maken het ons erg gemakkelijk op het strand...
Na een heerlijke zelfgemaakt lunch van pasta stappen we toch wel wat gehaast de bus in. We kunnen niet langer wachten, zouden we al een neefje hebben? Al ruim voordat we bij de pont aan komen hang ik ongeduldig met de mobiel uit het raam. Een lange tijd is er niets... dan opeens verschijnt er een streepje en de naam van een netwerk. Niet lang daarna gaat het bekende tingeltje af... ja hoor een bericht van Arnold. Hoera!!! Stijn is geboren! Wat een raar moment zeg, zo ver weg en dan oom en tante worden. Arnold belooft wat foto's op de mail te zetten, gaaf, nu maar hopen dat we snel weer ergens internet hebben. Wat een gek gevoel...
Verrast door het mooie bericht en opgelucht dat alles goed is besluiten we door te rijden naar de pont en gaan op weg naar Daintree Village. Het blijkt niet makkelijk om een slaapplaats te vinden in het dorp waar de bordjes 'no camping' zijn uitgevonden. Echt op elke hoek van de straat staat een campingverbod. Na wat rondvragen krijgen we uiteindelijk een tip van een Australische die zelf ook veel kampeert en baalt van alle 'no campingbordjes' in haar dorp. Op haar advies rijden we naar een riviertje net buiten het dorp en parkeren de bus langs de weg.
Donderdag 21 juni Zomaar in de outback net voorbij Mount Carbine
Het was weer een leuke overnachting op een mooi plekje. Uitzicht over weiland en bergen en met alleen aan de andere kant van het weiland één huis. Beetje jammer voor ons dat daar nou net de bedenker van de 'no camping bordjes' woont. Als we aan de koffie zitten komt ze langsrijden in haar veel te glimmende jeep. We groeten haar vriendelijk, maar ze draait het raampje open en zegt op norse toon; “Camping is not allowed here!” We gaan zo weg en laten geen troep achter. “Nou, het mag hier niet en ik heb jullie gisteravond ook al aangegeven bij de politie.” O, is dat zo? Nou we hadden juist te horen gekregen dat we hier mochten kamperen, wilden we aan haar gaan uitleggen. Maar ze draait haar arrogante kop al om en voordat ze wegrijdt waarschuwt ze dat ons kenteken bekend is bij de politie. Nah zal wel, van de politie hebben we nooit wat gehoord, zullen wel iets beter te doen hebben.
Wij hebben ook wat beters te doen en dus vervolgen we onze weg richting Cooktown. De wegen zijn prima en het uitzicht is grandioos. We rijden dwars door de natuur. En dat is goed te merken aan de (helaas) vele dode kangoeroes en wallibies langs de weg.
Cooktown ligt verder dan we hadden ingeschat, we gaan het niet halen vandaag. Op de route liggen geen free-campings of rest area's wat doen we? Het is inmiddels snikheet en we zijn wel toe aan een break. Dan komen we langs een zijweggetje dat lijkt te leiden naar... niets! We kijken elkaar aan. Dat is gaaf zeg. Voor we het weten tikt de richtingaanwijzer linksaf; we slaan de zijweg in. We rijden nog zo'n 10 minuten de gravelweg af, maar nog steeds zien we niets, geen tekenen van een dorpje of wat dan ook. De perfecte campingplek toch?
We parkeren de bus ergens bij een inham langs de weg. De zon brand fel, maar daar weet 'Janis' wel raad mee. We klappen het zonneluifeltje van de bus uit en ploffen in onze stoeltjes. Natuurlijk ontbreekt het wijntje niet en kijken we ook vandaag of de zon wel zakt.
Vrijdag 22 juni Zomaar in de outback tussen Cooktown en Lakeland
Vandaag rijden we het laatste stukje naar Cooktown. Een mooi dorpje met grote brede lanen en oude koloniale gebouwen. Maar cultuurbarbaren als wij zijn rijden we door naar de haven. We zetten de bus pal langs het water en kijken de oceaan over. Wat is dat toch met de zee? Die trekt ons toch elke keer weer aan. Het is ook zo mooi om gewoon maar naar te kijken. We zakken in ons stoeltje en lezen een boek, terwijl we af en toe over de rand gluren om te zien of de zee er nog is.
Cooktown is een stad met historie. Het is namelijk vernoemd naar de ontdekkingsreiziger 'James Cook' die hier aan land kwam toen hij met zijn schip 'The Endeavour' de wereld verkende. We rijden aan het einde van de middag een heuvel op naar een vuurtoren. Vanaf deze heuvel was het dat James Cook met zijn verrekijker over de Great Barrier Reef tuurde. In de hoop dat hij ergens een doorgang door het rif kon ontdekken voor zijn schip.
Het is al laat als we bij de vuurtoren wegrijden. Binnen een straal van 15km rond Cooktown mag niet gekampeerd worden. En omdat hier de controles op freecampers wel serieus zijn verlaten we het dorpje op zoek naar een geschikte slaapplek.
De omgeving is schitterend. Zo ver we kunnen kijken zien we heuvelachtig landschap begroeid met een soort tropische bomen die wij nog nooit eerder gezien hebben. We rijden steeds verder bij Cooktown vandaan, de 15km niet kamperen grens zijn we ver voorbij. Nog steeds geen tekenen van een camping of rest area. Ook op de kaart staat niets aangegeven. Het begint te schemeren als we langs een zijweggetje....... nou ja gisteren is zo'n zijweggetje ook erg goed bevallen. We gaan er weer voor. We rijden weer zo'n 10 minuten de gravelweg af, maar ook hier geen teken van leven te bekennen.
Als de laatste zonnestralen achter de heuvel verdwijnen is het snel donker. We zitten nog buiten met een wijntje maar we zien letterlijk geen hand meer voor ogen. Aan de dierengeluiden om ons heen te horen zijn we toch niet alleen. Best wel creepy. Zo dapper als we zijn slaan we ons wijntje achterover en liggen we al vroeg in bed, met de deuren op slot.
We vallen snel als een blok in slaap.....dat is totdat we midden in de nacht worden opgeschrikt door luid gejank..... gejank zoals een wolf dat kan doen.... we zitten in 1 keer rechtop in de bus en dus stoten we hard ons hoofd tegen het dak! Wrijvend over ons hoofd stamelen we; “huh, wat is dat? Een wolf ofzo? Er leven hier toch geen wolven? Ah nee, shit man daar heb je het weer. Het zit vlakbij de bus. Doe het raam dicht!” Als we zijn bekomen van de eerste schrik constateren we dat het een Dingo moet zijn. Een wilde hond, die lijkt op een kruising tussen een hond en een vos en dus blijkbaar jankt als een wolf. Gezellig hoor slapen in het bos.
Zaterdag 23 juni Mount Malloy free camping (donatie 2 dollar)
In de ochtend is er natuurlijk geen spoor meer van de Dingo's te bekennen. We stappen dus dapper naar buiten en gaan rustig een bakkie koffie doen en onze tanden poetsen. Ja, ja we zijn echte helden. Ahum... het bos ziet er in ieder geval een stuk vriendelijker uit in het daglicht.
Na ons ontbijt rijden we richting Laura, een gehucht in het noordelijke binnenland. Onderweg doemt er ineens een bordje “Historical Aborignal Site” op. Ieieieieiieuueiueu.... ik trap hard op de rem en draai met een veel te ruime bocht nog maar net de parkeerplaats op. “Zo wat doe jij nou, ben je gek geworden ofzo?” vraagt Richard die bijna met zijn neus tegen de voorruit zit. “Nah, ik zag dat bordje langs de weg, lijkt me wel leuk om even te kijken.”
Het blijkt een bijzondere archeologische plaats te zijn waar veel oude rotstekeningen van Aboriginals (oorspronkelijke bewoners van Australië) zijn gevonden. Het is bijzonder om de tekeningen te zien, vooral omdat ze al zo oud zijn. Maar ik moet zeggen echt veel meer tekentalent als ik hebben de aboriginals niet:)
Toch zijn de tekeningen van grote historische waarde, want ze vertellen veel over het leven, rituelen en gebruiken van de aboriginals. Wij begrijpen alleen de boodschap niet.
We reizen verder tot we aankomen bij Laura. Verder kunnen wij niet. Simpelweg omdat het asfalt ophoudt en de weg overgaat in een grote zanderige vlakte. Niet geschikt voor onze 'Janis'. We stoppen bij 'Laura's Roadhouse' om te tanken. De setting lijkt ons een prima locatie voor een ijskoud Coca-Cola reclamespotje. Dat is dan ook wat we bestellen bij de op en top Australische bediening. Een oude man met een oude strohoed; “Hey mate how ya doing? Wha can I get ya folks!”
We keren om en gaan weer zuidwaarts. Voor de (late) lunch stoppen we bij een grote parkeerplaats met autowasstraat. Het is hier heel gebruikelijk om tussendoor even langs de weg je auto af te spoelen. Sterker nog het wordt zelfs aangeraden omdat het de verspreiding van allerlei plantjes en weet ik veel wat dat aan je banden blijft hangen voorkomt. De wasstraat is gratis en dus rijden we de bus er wel even doorheen. Als we aan de lunch zitten worden we aangesproken door een Australische man. Hij blijkt getrouwd te zijn met een Nederlandse vrouw en is een tijdje in 'Strijen' op vakantie geweest. Een soort huizenruil. Maar nu toch maar weer in Australië, tja als je dan moet kiezen tussen Australië en Strijen?
De vrolijke man heeft nog wat reis- en campingtips voor ons. De meesten erg afgelegen en sommigen met een douche(!!!) Wij noteren ze, het klinkt goed. Hij besluit met de mededeling dat we ook maar even in het invalidentoilet moeten kijken... daar blijkt tot onze verbazing een warme douche in te zitten. Joehoe!!!
's Avonds proberen we al meteen een tip uit van de vrolijke Australiër en nemen de Mount Malloy free camping. Het is nog een flink stuk rijden naar de camping. Maar ja met zo'n uitzicht als deze, who cares?
Het is aardig druk als we in de namiddag op de camping aankomen. Toch is er voor onze bus nog een plekkie, zo'n beetje in het fietsenrek van een camper die ongeveer 4x zo groot is als ons. Nou ja, vallen we niet zo op he?!
De camping heeft alles wat we nodig hebben, een wc, een (koude) douche, maar voor Richard is het mooiste van de camping dat er fikkie gestookt mag worden!! Als een ware 'Outback Jack' sprokkelt hij hout in het bos en heeft hij werkelijk in een mum van tijd het vuurtje aan (ahum, het kan ook iets meer dan een 'mum' geweest zijn....).
Wil je even bij ons om het hoekje kijken?
http://www.youtube.com/watch?v=iY36E2P7-VA
***
Reacties
Reacties
He avonturiers,
Weer genoten van het verhaal en heel blij dat we even om het hoekje konden kijken!! Heel bijzonder !!
Blijf voorzichtig, veel plezier verder!!xx
Jullie verhalen (en filmpjes) blijven prachtig en jaloersmakend. Geniet met jullie mee.
Weer een leuk verhaal en ook het filmpje erg leuk.
Veel plezier! Groetjes Martin, Monique, Joyce en Britt xx
Om jaloers op te worden. Ik kijk uit naar jullie volgende verhalen!
Het wasweer de moeite waard om het verhaal te lezen,en de video was ook leuk.Het eitje zag er goed uit .Nou verder nog een goede reis en veel plezier.
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}