noworries.reismee.nl

RAFTING TULLY & MISTY MOUNTAINS

Maandag 2 juli Parkeerplaats El Arish (free)

Vandaag is het vooral een reis- en regeldag. We hebben info verzameld over raften, skydiven en duiken in de Great Barrier Reef. Info verzamelen komt vooral neer op schrikken van de prijs en het budget binnenste buiten keren om te kijken wat er wel en vooral niet mogelijk is. Om een idee te geven van onze budgettaire dilemma's; raften €350, skydiven €550, duiken €500. En als je dat dan afzet tegen een dagbudget van €50. Tja is dus wat lastig..... zeker als je daarvan boodschappen moet doen en hier alleen een pak yoghurt al €4 kost. Daar kan toch de beste econoom geen soep van maken, toch?

We laten de Australische prijzen maar even bezinken en nemen een strandwandeling met een 'onbetaalbaar' uitzicht. We lopen nog wel even de plaatselijke duikschool binnen, maar die komt erg rommelig en onprofessioneel op ons over. Geen zin om het budget daarvoor overhoop te halen.

's Avonds nemen we een rest area even buiten een dorpje. De rest area is niets minder, en vooral niets meer, dan een parkeerplaats met een openbaar toilet waar je mag overnachten. De ligging is wat je kan noemen; niet zo idyllisch:) We zitten pal aan de snelweg waar veel zware vrachtwagens overheen razen, die de nabij gelegen brug en het wegdek (dus ook ons bed) flink laat schudden!

Dinsdag 3 juli Driver Reviver Balyiana (free)

“Er is er één jarig hoera, hoera, ik kan je niet zien, maar dat ben jij...!!!!” Sms ik naar mijn vader die vandaag jarig is. Vreemd om er niet bij te kunnen zijn. Ook heel raar om te bedenken dat alles in Nederland gewoon door gaat. Voor ons is het nog steeds zoals we het achtergelaten hebben en staat oud&nieuw nog goed in het geheugen. Alles wat daarna is gebeurd, ja daar hebben we geen weet van en gaat letterlijk een beetje langs ons heen. Heel gek!

Vandaag maken we een flinke ochtendwandeling door het regenwoud. Daarna puffen we uit bij Wongaling beach waar we ook lunchen en onze boeken uitlezen. We gaan verder naar het zuiden richting de rivier de Tully.

We hebben al gezien dat het raften eigenlijk te ver over het budget is, maar willen het gebied toch graag zien. We rijden zo'n 40km landinwaarts omhoog over een schitterende weg die af en toe doorkijkjes geeft naar de bulderende rivier; Tully. We stoppen als de weg ophoudt bij de dam. De dam laat het water in de rivier en kan afgesteld worden op de wensen van de rafters van level 1 t/m 5. De raftcondities zijn op deze manier het hele jaar door super en niet afhankelijk van het regenseizoen.

We stappen uit bij de dam en klimmen een stukje omlaag tot aan de rivier. Die buldert over en langs de rotsen. Links en rechts van de rivier zien we steile kliffen oprijzen tot zo'n 80 a 100 meter hoog. De grote kloof die gevormd is, is begroeid met regenwoud en zet zich af tegen een strakblauwe lucht. Shit man! WTF met het budget we gaan echt wel raften!!!

Die avond nemen we een budgetvriendelijke free camping die ons werd aangeraden door een Australiër. Het blijkt weer hetzelfde recept te zijn; toiletgebouwtje, parkeerplaats en helaas geen douche. Dit keer is er wel een mooi grasveldje. Alleen de ligging is wat minder zo pal langs een treinspoor! Nah, weer eens wat anders dan zware vrachtwagens.

We parkeren naast een wat oudere man met een even zo oude schoolbus, die hij eigenhandig heeft omgebouwd tot reis/woon/leefruimte. Het is echt een gave bus!!! en het is ook een zeer interessante man waar we al snel mee aan de praat raken tot laat in de avond.

Het bewijst maar weer eens; het leuke aan reizen is niet per sé de plekken die je bezoekt of het geld dat je uitgeeft. Het zijn vaker de bijzondere mensen die je ontmoet onderweg!!!

Woensdag 4 juli Tully Gorge National Park ($10,30)

Heerlijk geslapen. Al hebben we gedroomd dat er een trein de bus in reed, maar gelukkig bleek die gewoon op het spoor naast ons te rijden.

Na het ontbijt zeggen we onze buurman met de schoolbus gedag en gaan we verder. We maken een stop bij de bibliotheek van Tully om wat te internetten. Het blijkt een goede verbinding dus kunnen we eindelijk weer wat verhalen en foto's op de site zetten. Ook werpen we een (te positieve) blik op de financiën en besluiten we de rafttocht te boeken. Met een telefoontje en het doorgeven van het creditcardnummer is het geregeld. Life is so simple...

We rijden weer de weg op naar de Tully Gorge en de dam waar we eerder waren. Aan het eind van de rafttoer is een National Park en we besluiten daar de rest van de dag door te brengen en te overnachten. Het NP is voorzien van een self registration camp fee, dus even je kenteken en naam invullen en het geld ($10.30 per nacht/2 personen) in het geld in de cashbox deponeren. De camping is een superplek in een gigantisch mooie omgeving. Er is zelfs een open air douche, wat inhoud extreem koud water en een houten hokje zonder plafond. Het weer zit helemaal mee dus de slaapzakken worden weer uitgestald in het gras.

Donderdag 5 juli Tully Gorge National Park ($10,30)

Om 9uur staan we zoals afgesproken langs de weg aan de rand van de camping. De bus vanuit Cairns komt hierlangs en pikt ons op voor de laatste meters. In de bus krijgen we een soort van ingekorte versie van de safety briefing die de rest van de bus al heeft gehad.

We worden gevraagd onze strakke wetsuit, zwemvest en helm aan te doen (iets dat supercool staat vooral bij Richard want natuurlijk is er niets in zijn maat). Daarna worden we ingedeeld in een raft. We zitten bij twee Ierse meisje en een Chinees stel waarvan het meisje niet blijkt te kunnen zwemmen. De Jongen zegt van wel, maar het komt verdacht twijfelend over. Nah ja we zien wel, het is een leuk cluppie en de raftinstucteur (een rasechte Australier) maakt het compleet en blijkt een ware moppentapper te zijn. Het is al snel gezellig in de raft. De instructeur vraagt ons om voorin plaats te nemen, dat vinden wij bepaald geen straf want we weten nog van de vorige keer in Borneo dat dit eigenlijk de gaafste plek is....

“De stroomversnellingen zijn vandaag rond level 4-5”, zegt de instructeur terwijl we al wegvaren. Euhh..... oké... dat is best veel. “De dam staat vandaag op volledige capaciteit open”, voegt hij er aan toe. “Dus dat betekent de zwaarste level die hier mogelijk is”. Slik....! Hebben wij weer. Maar stiekem is dit wel waar we op hoopten! Ik werp een blik naar achteren en zie twee benauwde Chineese gezichtjes. De Ierse meisjes lijken er wel zin in te hebben. “PADDLE FORWARD!!” schreeuwt de instructeur mij wakker. “HERE COMES THE FIRST RAPID!!”

Wow, de tocht is gaaf. Erg gaaf! Tussen de rapids door is ook het uitzicht omhoog langs de kloof geweldig. En natuurlijk het hoort er een beetje bij. Wij worden uit de boot gesmeten bij een stroomversnelling die de instructeur toevallig net iets met te veel risico voor de voorste personen neemt. We worden er al snel weer ingehesen door de Ierse meisjes. Het Chineese stel zit verstijfd in de boot en lijken zich meer zorgen om zichzelf te maken.

Spanning en ontspanning wordt op een 'natuurlijke' manier afgewisseld. Want tussen de stroomversnellingen door is het eigenlijk gewoon gezellig in de boot. Onze Australische instructeur maakt schunnige grappen en wij en de Ieren liggen in een deuk.

Na de lunch besluit het Chinese meisje te stoppen. Ze wordt met de bus naar het eindpunt gebracht. Dat is jammer want zo mist zij precies hoe haar vriendje bij de eerstvolgende stroomversnelling met een salto uit de boot wordt gelanceerd. Het is een mooi gezicht:) Als hij in het water land en letterlijk zwemt als een puppy die voor het eerst het water raakt maken we ons toch een beetje zorgen. Jeetje hij kan echt niet zwemmen! We grijpen hem zo gauw we kunnen in zijn nekvel en hijsen 'm in de boot.

De Australiër pakt nog even uit en gooit met zijn beste moppen. Wat een leuke vent! Na zo'n 3uur nadert het einde en klimmen we weer aan de kant. We nemen afscheid van de groep en de instructeur. We wisselen mailadressen uit met de instructeur en we krijgen de tip om morgen de 'Elizabeth Falls' te bezoeken. Het zou een leuke wandeling zijn in de Misty mountains, hier vlakbij. Het klinkt goed!

Vrijdag 6 juli Misty Mountains (free)

We volgen de tip van onze Australische rafter en vertrekken naar het startpunt van de Elizabeth Falls Walking track. Deze blijkt inderdaad een paar kilometer verder dan de camping te zijn, wat dieper in de 'misty mountains'. Het zijweggetje is helaas erg slecht en bestaat voornamelijk uit zand gravel, kuilen, boomstronken, water en alles is glibberig en glad. Onze bus heeft nou niet bepaald een stabiele wegligging en we hebben de grootse moeite om het roer recht te houden. Maar natuurlijk komen we bij het parkeerplaatsje aan van waaruit de wandeling begint. “Goh, als het maar niet gaat regenen, we moeten ook nog terug”, zeggen we nog tegen elkaar.........

De wandeling naar de waterval loopt door het 'Misty Mountains Regenwoud'. We worden vergezeld door verschillende soorten vogels waarvan wij de soortnaam niet kennen, helaas. Maar eentje springt er wel erg uit. Het is een witte papegaai met gele stekels op zijn kop die een geluid maakt dat nogal afsteekt van de andere vogelgeluiden. Waar de andere vogels mooie muzikale klanken fabriceren zegt de witte papegaai niet veel meer dan; “WHAAAAAAAAAAAAAAAA!!!” Alsof iemand met een hamer op zijn duim slaat! Hij is erg gemakkelijk te lokaliseren dat wel.....

Na zo'n kleine twee uur lopen komen we aan bij de 'Elizabeth Grand Falls'. Gewoon maar in 1 woord; 'mooi'! We nemen een 'paar' fotootjes, nuttigen onze meegebrachte lunch, kerven onze namen in de boom en maken ons op voor de terugweg.

Aangekomen bij de picnicplaats waar de bus staat zien we net de enige andere camper wegrijden. Gaaf,we zijn alleen! We maken een vuurtje en proberen ons eten op te warmen in het vuur. Zucht, ik heb het camperen niet van huis uit meegekregen, maar dit is echt gaaf.

's Nachts worden we ongerust wakker als blijkt dat het toch wel aardig begint door te regenen. Shit! Wat hadden we ook al weer gezegd over het slechte wegdek? Niet te doen, maar zeker niet als het regent. We slapen niet echt lekker en dromen over hoe de weg is overspoeld door water en dat we niet weg kunnen komen uit de bergen.....zonder mobiel bereik en afgesloten van iedereen...

Zaterdag 7 juli Kookaboora Holiday Park ($30 dollar powered site)

Als het licht wordt rond 6.30uur is het er niet beter op geworden. Het regent nog steeds en alleen al de picknickplaats is omgetoverd tot een grote modderpoel. Hoe langer we wachten hoe meer water op de weg, denken we, dus we besluiten om meteen te vertrekken. We vullen een emmer met kiezelstenen, zodat we die over de weg kunnn strooien bij extreme plekken en we gaan op pad.

De weg is slechter dan we gehoopt hadden en we rijden met onze onstabiele bus stapvoets over de modderpaden. De weg gaat omhoog en omlaag en zeker bij het omhoog moeten we goed vaart houden om wel omhoog te komen. Tot stilstand komen op een steile modderweg betekent waarschijnlijk dat we aardig vast staan of wegslippen bij het weer wegrijden.

Het geluk is ons goed gezind. Het lukt om in beweging te blijven, de grootste kuilen te omzeilen en niet van de weg af te slippen. De bus geeft niks mee maar met een beetje slim sturen en wel en niet gas geven/remmen komen we er door. Één keer stappen we uit om de emmer met kiezels te legen in een wel erg diepe modderige greppel. En dan zien we na iets wat uren lijkt het begin van de asfaltweg verschijnen terug naar de campingground van het National Park. Het is 8uur, eerst maar even bijkomen met een bakkie koffie voordat we verder gaan....pfff....

Na de koffie rijden we teug naar Tully. Het regent nog steeds dus er is buiten niet veel te doen. We besluiten een tent te kopen. Niet omdat het nu zulk mooi weer is, maar omdat we verder naar het Zuiden meerdaagse wandeltochten willen maken. En omdat we niet zomaar onder de sterrenhemel willen slapen hebben we een tentje nodig. We vinden er Ă©Ă©n in de plaatselijke 'kwantum' voor $30. Zo zeg, dat is goedkoper dan boodschappen doen! Maar goed dan heb je ook het allerkleinste en simpelste tentje wat ze hebben:)

Na deze mooie aankoop trakteren we onszelf op een lunch bij de snackbar en besluiten we een betaalde campingplaats te nemen. Dus een warme douche, joehoeoeoeoeoeeo.....!

Het regent nog steeds als we bij de 'Kookaboora Çamping' aankomen, maar het mooie is dat we nog een dvd-tje hebben liggen! We kijken in de bus naar de film 'AUSTRALIA'. Een mooie film waar we drie uur zoet mee zijn. Zeg nou zelf wanneer kun je die beter kijken dan als het regent? En waar kun je deze beter kijken dan hier in Australië?

***


Meet some of Aussies wildlife

Zondag 24 juni Camping Granite Gorge ($28 powered site)

We toeren een stukje zuidelijker en slaan de weg af bij het bord Granite Gorge National Park. We hebben geen idee wat het is, maar klinkt wel leuk en dus gaan we een kijkje nemen. Bij het park blijkt een camping te horen. Een overnachting geeft meteen toegang tot het park, legt het campinghoofd ons uit. Nou het is wel weer tijd voor een beetje luxe dus nemen we het aanbod aan. De camping wordt bevolkt door een groepje wallibi's en een vreemdsoortige vogel, dat nog het meest weg heeft van een kalkoen. Maar dan nog iets lelijker.

Het National Park rondom de camping heeft veel te te bieden, maar als we eenmaal gesetteld zijn gooien we de slaapzakken in het gras. We bekijken de rest van de middag vooral de binnenkant van onze ogen.

Als de avond valt gaat Richard, alias Outback Jack, een vuurtje maken (dit keer al een stuk sneller dan de vorige keer). De vlammen slaan om onze oren, maar we zitten er lekker warmpjes bij:) Aan de andere kant van het vuur installeren we de laptop en laten onze favoriete muziek voorbij komen. Met een wijntje in de hand dromen we weg op Eddie Vedder, Tracy Chapman, Acda & de Munnik etcetera.

Terwijl we wat stokbroodjes en smeerseltjes weghappen, worden we begroet door een groepje wallibi's. Ze zijn rondom de bus naar etensresten aan het zoeken. Die liggen er niet, dus we besluiten ze maar te voeren. De walibi's zijn hier blijkbaar aan gewend, want ze eten rustig uit onze hand. Zucht...wat een avond toch weer zeg!!!!

Maandag 25 juni Rocky Creek War Memorial (free/donatie $2)

Vandaag dan maar even actief doen en een wandeling door het Granite Gorge National Park maken. De wandeling verrast ons enorm. Het blijkt veel mooier dan we hadden gedacht. Hier en daar is het flink klimmen en klauteren wat niet erg handig is op onze slippers. Gelukkig gaat het op blote voeten veel beter. Op de route huppelen wat walibi's om ons heen. Af en toe stoppen ze en worden we erg suf aangekeken, alsof ze niet begrijpen waarom wij met zoveel moeite over deze rotspartij klimmen.

Na het klimmen en klauteren rijden we weer een stuk zuidwaarts. We stoppen bij de 'Rocky Creek War Memorial Camping'. Een tip die we van de Australiër bij de wasstraat met warme douche gekregen hebben. Het is supermooi weer, dus we leggen de slaapzakken weer in het gras en gaan er zonnebakkend bovenop liggen.

Een campertje naast ons blijkt bevolkt te worden door een aardig Nederlands stel. Ze komen uit Almelooooooow. En dat is goed aan ze te horen! Gelukkig vinden ze ons accent ook vrij makkelijk te plaatsen. Hij heeft dezelfde zangleraar als Ilse de Lange gehad op school, maar van hem kon de leraar niet veel maken dus is hij in de techniek gegaan. Zij studeert psychologie en heeft net haar bachelor afgerond. Het is een gezellig stel! 's Avonds drinken we een bakkie koffie bij hun in de bus. De grappen van Herman Finkers komen voorbij. En wij komen er ook op eentje; “In Almelo is altijd wat te doen, de ene keer staat het stoplicht op rood en dan weer op groen”. Wij leggen in een deuk, maar vreemd genoeg kennen zij 'm niet... zal je net zien.

Dinsdag 26 juni Rocky Creek War Memorial (free/donatie $2)

Het is vandaag weer super zonnig weer en we hebben nog geen zin om verder te reizen. Nah wat doe je dan? Precies dan blijf je gewoon waar je bent en leg je de slaapzak weer in het gras, doe je zwembroek/bikini aan, boekie/mp3 erbij, en liggen maar....

In mijn ooghoek zie ik een busje staan. Aan de bus hangt een wit doek te wapperen met de tekst “HAIRCUTS”. Ha-ha grapje zeker? Ik loop er voor de zekerhied toch maar even heen. En wat blijkt? Deze Australische hippie, die al 6 jaar in dit busje rondreist en leeft, is inderdaad kapster. Dit kan geen toeval zijn, ik moet echt nodig naar de kapper want de laatste was in januari. Zo gezegd zo gedaan, voor $15 kunnen we er allebei weer even tegen.

Woensdag 27 juni Parkeerplaats in Jungaburra

Het is hoog tijd dat we weer eens even wat aan Nederland laten horen. Dus rijden we naar de Mac Donalds voor de gratis wifi en een hamburger voor Richard. Het is wat minder weer, bewolkt en druiliger dus de perfecte dag voor een activiteit als deze.

In de middag proberen we de 'platypus' te spotten. De platypus, is een zeldzame vogelbekdier die alleen voorkomt in bepaalde gebieden van Australie. Hij leeft in rivieren/beekjes en komt zo om de 30 seconden boven water om even adem te halen. Ze zijn erg schuw en over het algemeen moeilijk te spotten. We zitten een uur met de verrekijker bij een uitkijkpunt en dan zijn we het wel zat. Geen platypus te bekennen.

Die avond staan we voor een lastige keus. Nemen we een betaalde campingplek met warme douche of gaan we uit eten?????? Lastig hoor als je moet rondkomen met een low-budget in Australië.

De supersize pizza en bier smaakten heerlijk!

(…en dat we $60 lichter zijn proberen we snel te vergeten).

Donderdag 28 juni Gratis Camping Babinda Creek

Na het ontbijt en geen douche (maar de pizza was lekker) gaan we op pad. We worden getrakteerd op een mooie rit door de 'Atherton Tablelands'. We nemen de tijd voor een ochtendwandeling langs een mooi meer. We zijn zo vroeg dat de mist nog niet is opgetrokken en mysterieus over 'Eucham lake' zweeft.

We rijden verder en nemen de watervalcircuit. We stoppen bij de 7 watervallen op de route totdat we geen vallend water meer kunnen zien. Op de gok rijden we naar een vijver ergens bij een nietszeggend zijweggetje. Een tip die we van het stel uit Almeloooooooow hebben gekregen. Het zou een goede plek moeten zijn om de platypus te zien. We worden vergezeld door een praatgrage Australiër. Zijn kennis van de natuur en de manier waarop hij het overbrengt doet ons vermoeden dat hij de broer van Steve Irwin zou kunnen zijn. Hij begeleidt ons naar zijn beroemde vijver en vertelt ons van alles over het meest bijzondere dier dat op aarde leeft (volgens de broer van Steve dan).

Almeloooow-ers hebben altijd gelijk en de broer van Steve Irwin ook. Want als we bij de vijver aankomen zie we al snel de eerste platypus naar adem happen. Hij zwemt nog wat rond en duikt weer onder. Zoals meneer Irwin voorspelde komt hij na 30 seconden en een paar meter verder weer naar boven. Ja het is een klein beestje en op de foto slecht te zien..... maar toch wel gaaf om zo'n zeldzaam dier te zien.

En dan gaat het doorregenen. We rijden naar een andere gratis campingplek. De grote modderige parkeerplaats heeft een toiletgebouw en koude douche en verder totaal geen sfeer. Die regen die nu met bakken uit de hemel komt vallen doet ook geen goed aan de sfeer. Hmm... nu is de bus toch wel klein en even niet zo leuk.

Vrijdag 29 juni Drivers Reviver Innisfail (free)

Yes! Het is een beetje opgeklaard. Na een hele, hele, hele, hele koude douche gaan we weer op pad. We rijden naar Bramston Beach, een erg mooi strand dat helaas goed is geraakt door orkaan Yasi in 2009. De omgewaaide bomen geven het strand echter wel een heel mooi aanblik.

Het weer werkt goed mee en precies als wij een strandwandeling maken lopen we heerlijk in de zon. Als we bij de bus terug komen gaat het weer regenen. We maken een lunch (heerlijke pasta) onder het afdakje bij een van de picnictafels. Iets waar ze in Australië erg goed in zijn; picnicplekjes aanleggen op een bijzonder mooi stukje.

Tijdens de lunch raken we aan de praat met een Australische dame. Ze probeert te internetten maar het wil niet echt lukken met de ontvangst. Dan vertelt ze dat we op de terugweg echt even moeten stoppen bij 'the swamp'. Zij en haar man hebben daar gisteren een krokodil gezien. “Huh, wat, een krokodil?” “ja echt een krokodil, en geen kleintje ook”. Ze legt ons uit hoe we er moeten komen terwijl wij al staan te trappelen van ongeduld. Spannend man, zouden wij ook 'het geluk' hebben een krokodil in het wild te zien? We rijden hoopvol naar de plek die ze ons heeft uitgelegd.

Daar aangekomen zien we inderdaad een bordje 'Eubanagee Swamp' en daarnaast een groot waarschuwingsbord over krokodillen die hier leven. Ja dat bord hebben we nou al zo vaak ergens zien staan, toch nog nooit een krokodil gezien hoor. Maar ja het verhaal van de vrouw klonk goed, dus we gaan er voor. We doen de schoenen aan en stappen het junglepad op.

Het pad loopt langs de rivierbedding en aan de andere kant zien we dichtbegroeide jungle. “Nou ik weet niet, maar als hier echt een krokodil uit het water komt sprinten waar the fuck moeten wij dan heen?!” nou ja het zal wel goed komen. Mijn eigen 'Outback Jack' neemt een grote stok in zijn hand ter bescherming van de krokodil die wel 6 meter lang kan worden... right... waar zijn we nou weer mee bezig? Niemand weet dat we hier zijn, het enige dat misschien opvalt is een hippiecamper die straks verlaten aan het begin van dit pad staat.

Maar goed we lopen door. Natuurlijk! Als we even stoppen om in het troebele water van het moeras te kijken worden we werkelijk lekgeprikt door de muggen. Nee we hebben geen muggenspray opgedaan. Is toch niet nodig als je door een moeras gaat wandelen? Zucht. We lopen door. Natuurlijk.

Zoals de Australische vrouw vertelde komen we uit de jungle en leidt het pas ons een heuvel op. Vanaf de heuvel hebben we een goed uitzicht over het grote moeras dat zich nu voor ons uitstrekt. Onder ons loopt een rivier en op de oever zie ik een groot grijs ding liggen. Ha, ha lijkt net een krokodil denk ik nog. Tegelijkertijd zegt mijn verstand dat het zeker niet kan want het grijze ding dat daar ligt is veel te groot om een krokodil te zijn. Is natuurlijk een rotspartij. We kijken verder en zien mooie grote reigers, pelikanen en andere watervogels.

Richard kijkt door zijn verrekijker en roept opeens verschrikt; “whooo......, ja daar vlak voor ons, daar op de oever, daar ligt een krokodil.” “Nee joh” Zeg ik nog. “Dat dacht ik net ook al maar dat moet een rotspartij zijn”. “ja echt niet. Dit is zeker een krokodil. Moet je maar eens door de verrekijker kijken.” Enigszins twijfelend aan mijn eerdere observatie pak ik de verrekijker en zet 'm aan mijn ogen. “whoooooaaaaaa....... shit man!.... daar ligt er echt een! …..Maar shiiiiiiiit wat is 'ie groot!! dat kan toch niet?!”

Een uurtje later staan we nog steeds om en om door de verrekijker te turen. Nog niet helemaal overtuigd van datgene wat onze ogen toch echt geregistreert hebben. Dan ineens zien we hem bewegen.. Hij doet zijn bek open. “Zoooooo wat een rij tanden man.” nu pas wordt ons de omvang van het beest echt duidelijk. Als je al zo'n grote kop heb, en dan nog dat lijf er achteraan....

We schatten het beest op zo'n 6 a 7 meter. Wetende dat deze krokodillensoort een lengte van 8 meter kan bereiken. En wetende ook dat deze krokodillensoort de meest agressieve soort is van alle die in Australië leven. Brrrr...... we staan op veilige afstand en hoog op een heuvel. En we weten dat hij echt niet ineens voor ons neus staan. En toch... we voelen ons zeker niet helemaal op ons gemak. Als de een door de verrekijker tuurt, speurt de ander angstig de omgeving af. Alsof zijn broer ons opeens zou kunnen besluipen (wat in theorie ook echt zou kunnen waarschijnlijk).

Zaterdag 30 juni Paronella Park ($76 powered site & entree park)

Vandaag een tip van het stel uit Almelooooooow gevolgd en Paronella park bezocht. Paronella park blijkt aangelegd in 1930 door de Spanjaard; José Paronella. José wilde een soort recreatiegebied maken voor de arbeiders uit de stad. De highlights van het park zijn de mooie waterval, de botanische tuin met zijn metershoge oude kauribomen en de Spaans aandoende ruïnes. Verder is het wat ons betreft een erg toeristisch park dat behoorlijk wordt opgeblazen door de nieuwe eigenaar die het zo'n 20 jaar terug heeft opgekocht. De eigenaar leidt zelf de toertjes door het park. Wij besluiten braaf met de kudde mee te lopen en kiezen voor de nachttour.

Eerlijk gezegd is het park echt supermooi verlicht en vooral de verlichte waterval is schitterend. Alleen wordt het verhaal van Jose net iets te groots verteld alsof het een bizar wereldwonder is en wij de grond mogen kussen waar we op lopen. Nou ja, dat laatste laten we aan de eigenaar over en wij proberen ons voor zijn opgeblazen verhalen af te sluiten terwijl we naar de waterval staren.

De rest van de groep (een stuk of 60) slikt de verhalen trouwens gemakkelijk en gaan er helemaal in op. Af en toe horen we een ooooohhhhh..... en een wowwwwww.... uit zijn publiek komen en als hij een stilte laat vallen beginnen enkele spontaan te applaudisseren. Nah, hier zullen we wel te Hollands voor zijn ofzo?

Zondag 1 juli Drivers Reviver Innisfail (free)

De regen van vannacht is weer weggetrokken en de zon schijnt volop. Tijd om Paronella Park te verlaten (na een lange warme douche!) en op naar het strand. We kiezen voor “Etty bay”. Ligt goed op de route en het zou een goede plek moeten zijn om de Casowary te spotten. Die zouden we nu wel eens echt willen zien (als we hem maar niet weer verwarren met de Australische boskip).

Het strand op Etty bay is zoals veel stranden aan de oostkust; schitterend mooi! Niet normaal in dit land. Waar je ook maar naar de zee gaat, daar wacht een schitterend mooi strand op je. Het is kiezen tussen een strandwandeling en casowaries zoeken of de klapstoel uitzetten en verdwalen in een leesboek.

Tegen het eind van de middag zijn de leesboeken bijna uit en hebben we nog steeds geen Casowary gespot. Ik besluit om toch even over het strand te struinen en neem het fototoestel mee. Zoals ik al zei, een mooi strand, mooi uitzicht over de zee, maar nergens een Casowary te bekennen. Ik loop maar weer terug naar Richard en wat zie ik daar? Richard hoort mij aan komen en kijkt vanuit zijn boek omhoog: “En...? Heb je een Casowary gezien? Nee zeker?” Ik schiet in de lach: “Nou ja wat is dat nou? Ries heb je al eens achter je gekeken?”. En ja hoor achter het strandstoeltje van Ries loopt op zijn dooie gemakkie een Casowary...... “Spannend boek hé?”

Meekijken?

http://www.youtube.com/watch?v=g2CGjMdeblo



***








THE FAR NORTH

Maandag 18 juni Cowbay Beach (parkeerplaats)

Het is net 7 uur geweest als de zon de bergen achter ons een oranje gloed geeft. Voor ons ligt het strand waar we een bakkie koffie nemen, ff rustig wakker worden hoor. Als we even later bij de camper de rest van het ontbijt nemen komt er een auto het gras oprijden. “Hey mate, wat moet dat hier, waarom staan jullie zo op het gras geparkeerd?” Verontschuldigend leggen we uit dat we een ontbijtje nemen, aan het rondreizen zijn en uit Nederland komen. Zijn gezicht klaart op, “o, no worries, dan is het goed ik zal jullie met rust laten. Maar niet voordat ik dit gegeven heb...”, en hij draait zijn raampje verder open en gooit ons 6 mandarijnen toe. “Wel eerlijk delen he?” Roept hij terwijl hij verder rijdt. Apart volk die Australiërs (wel lekkere mandarijnen trouwens).

In de middag rijden we verder noordwaarts richting 'Cape Tribulation'. Om daar te komen moeten we het pontje nemen want Cape Tribulation ligt op een schiereiland. Het pontje wordt voortgetrokken door een kabel die over de rivier is gespannen. We wanen ons voor heel even weer in Laos.

We settelen ons op Cowbay Beach voor de nacht. Een mooi plekje langs het strand waar ook toiletjes zijn. Ook hier zien we nergens een bordje 'no camping'.

Toevallig komt de Nederlander die we eerder hebben ontmoet bij de EK-wedstrijd tegen Duitsland, naast ons staan met zijn camper. Hij is samen met zijn Duitse vriendin, blijkbaar heeft hij het toch weer bijgelegd na de nederlaag. Wat betreft het free kamperen stelt hij ons wat gerust. Hij reist al 8 maanden met zijn bus door Australië en parkeert altijd overal en nergens. Hij heeft nog nooit een boete gehad en ook nog nooit mensen gesproken die een boete kregen. Wel is hij twee keer s'nachts wakker gemaakt en weggestuurd naar een andere slaapplek. Nou ja, we gokken het er maar op en parkeren de bus zo onopvallend mogelijk, alsof we elk moment snel kunnen wegrijden;

Na het eten loop ik (heel dapper) in het donker naar de toiletjes. En daar zie ik tot mijn schrik een joekel van een spin naast de wc-rol op de muur kleven. Hij zit nog wat na te kouwen op zijn avondmaaltijd, getver, volgens mij heeft 'ie nog tanden ook... naar de wc hoef ik niet meer. Slapen doen we wel, heel goed zelfs.

Dinsdag 19 juni Link Haven Camping $28 powered site

Na het inmiddels bekende Australische ontbijt (koffie, yoghurt, muesli en fruit) besluiten we dat het tijd is voor wat actie. Op de heenweg zagen we een bordje 'Crocodyllus Park'. Geen idee wat het is maar het klinkt ons alsof er wellicht krokodillen te zien zijn. We besluiten sportief de bus te laten staan en de ongeveer 3 km terug te lopen. Het Crocodyllus Park blijkt in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden geen krokodillen te hebben. Het is een bungalowparkje in de jungle. Ze organiseren nachtwandelingen waarin je kans hebt om spinnen, slangen en de beroemde inheemse loopvogel 'de Casowarie' te spotten. Achter het park is een rondwandeling van 5km door de jungle uitgezet. Wij hebben geen zin in een nachttoer en besluiten de rondwandeling te verkennen.

Het is een simpele wandeling en behalve schildpadden, vogels en spinnen, zien we niet veel dieren. ...Totdat we halverwege onder een boom wat geschuifel horen. We zijn stil en kijken nog eens goed, zou het de Casowarie zijn? We weten dat 'ie zwart moet zijn, maar hebben verder geen idee hoe dat beest er uit ziet. Hij is erg schuw en blijft verscholen in de struiken. We kunnen net zijn zwarte poten zien en 3 grote tenen... ja dat moet 'm zijn hoor. Wat hebben wij weer geluk!

Als we terugkomen bij de receptie vertellen we trots dat we een Casowarie gezien hebben. De vrouw bij de receptie kijkt ons zeer verrast aan; “Wat? Een Casowarie gezien? Weet je het zeker?” “Ja hoor, we weten het zeker. Hij zat verscholen achter de struiken maar we konden duidelijk zijn poten zien.” “Nou dat is geweldig en wat een wat mazzel hebben jullie.” Haastig meld ze het goede nieuws enthousiast aan haar collega. Wij vertrekken weer en kijken elkaar enigszins vertwijfeld aan.... het was toch wel een Casowarie die we zagen?

Tegen het eind van de middag is de was droog dus we kunnen de bus inpakken. We zijn aardig toe aan een warme douche, dus rijden we naar een camping. We landen bij de 'Link Haven Camping'. We vragen de dame bij de receptie om een klein plekje voor onze bus met stroom. Dan zien we achter haar een mooie poster van een Casowarie hangen. De receptioniste vraagt ons wat, maar wij kijken elkaar aan en schieten enorm in de lach. De Casowarie blijkt een loopvogel te zijn van het formaat struisvogel. Hij heeft inderdaad een zwart verenpak, maar is gemiddeld zo'n 1,5 meter hoog en heeft een blauwe kuif op zijn hoofd. Kortom hij lijkt in de verste verte niet op de vogel die wij vanmiddag gezien hebben, wat een gewone Australische boskip blijkt te zijn......

De receptioniste begrijpt niet veel van onze humor en verwijst ons snel naar ons plekje. De camping is mooi gelegen en heeft zijn eigen opvang voor wallabies en kangaroos. Er zijn veel wallibies die opgevangen zijn nadat ze wees zijn geworden. Ook zijn er veel oudere kangaroos die het in de natuur niet meer zouden redden. De oudste van het stel komt nieuwsgierig naar ons toegekropen. Letterlijk gekropen want zijn spieren willen niet meer zo. Maar lief is 'ie wel. En nieuwsgierig naar de camera is 'ie ook.

Eenmaal de bus geparkeerd op de camping rennen we naar de warme douche. Na 3 dagen zonder is het verreweg de beste douche die we ooit gehad hebben. We staan er een dik half uur onder en ik gooi alle sopflesjes die ik bij me heb wel 3x over me heen. Heerlijk!

Het wordt al donker als we onder de douche vandaan kruipen. We eten makkelijk (alweer) en nemen olijven en stokbrood met smeerseltjes. Ook slaan we een aardige deuk in het pak rode wijn van 4 liter(!) en daar merk je helemaal niets van:)

Woensdag 20 juni Zomaar langs een weiland bij Daintree village

We hebben nu al 3 dagen geen mobiel bereik. Normaal gesproken is dat helemaal niet erg, misschien zelfs wel prettig, maar nu baal ik er toch echt stevig van. Liek is namelijk rond deze tijd uitgerekend... Zou ons neefje al geboren zijn? Zou alles wel goed gaan? We hebben er geen idee van. Zou er nou echt nergens op dit schiereiland internet zijn? We vragen het nog eens na bij de receptie. “Nee hier is geen internet of mobiel bereik. Daarvoor moet je echt terug naar het vasteland, of bij de veerpont daar zou je al een signaal moeten oppakken.” Het is niet het reisplan, maar we staan te popelen van ongeduld dus we besluiten terug te reizen naar de pont. Hopelijk kunnen we daar een mobiel netwerk oppakken....

Maar niet voordat we nog even langs het 'Cape Tribulation' strand rijden. Volgens de lokale bevolking het mooiste strand van Queensland. En al houden ze hier wel van opscheppen, deze keer zal ik ze niet tegenspreken. Het strand is verschrikkelijk mooi, de zon breekt door als wij erop lopen en dat maakt het plaatje helemaal compleet. We zoeken een mooi afgelegen stukje op en maken het ons erg gemakkelijk op het strand...

Na een heerlijke zelfgemaakt lunch van pasta stappen we toch wel wat gehaast de bus in. We kunnen niet langer wachten, zouden we al een neefje hebben? Al ruim voordat we bij de pont aan komen hang ik ongeduldig met de mobiel uit het raam. Een lange tijd is er niets... dan opeens verschijnt er een streepje en de naam van een netwerk. Niet lang daarna gaat het bekende tingeltje af... ja hoor een bericht van Arnold. Hoera!!! Stijn is geboren! Wat een raar moment zeg, zo ver weg en dan oom en tante worden. Arnold belooft wat foto's op de mail te zetten, gaaf, nu maar hopen dat we snel weer ergens internet hebben. Wat een gek gevoel...

Verrast door het mooie bericht en opgelucht dat alles goed is besluiten we door te rijden naar de pont en gaan op weg naar Daintree Village. Het blijkt niet makkelijk om een slaapplaats te vinden in het dorp waar de bordjes 'no camping' zijn uitgevonden. Echt op elke hoek van de straat staat een campingverbod. Na wat rondvragen krijgen we uiteindelijk een tip van een Australische die zelf ook veel kampeert en baalt van alle 'no campingbordjes' in haar dorp. Op haar advies rijden we naar een riviertje net buiten het dorp en parkeren de bus langs de weg.

Donderdag 21 juni Zomaar in de outback net voorbij Mount Carbine

Het was weer een leuke overnachting op een mooi plekje. Uitzicht over weiland en bergen en met alleen aan de andere kant van het weiland één huis. Beetje jammer voor ons dat daar nou net de bedenker van de 'no camping bordjes' woont. Als we aan de koffie zitten komt ze langsrijden in haar veel te glimmende jeep. We groeten haar vriendelijk, maar ze draait het raampje open en zegt op norse toon; “Camping is not allowed here!” We gaan zo weg en laten geen troep achter. “Nou, het mag hier niet en ik heb jullie gisteravond ook al aangegeven bij de politie.” O, is dat zo? Nou we hadden juist te horen gekregen dat we hier mochten kamperen, wilden we aan haar gaan uitleggen. Maar ze draait haar arrogante kop al om en voordat ze wegrijdt waarschuwt ze dat ons kenteken bekend is bij de politie. Nah zal wel, van de politie hebben we nooit wat gehoord, zullen wel iets beter te doen hebben.

Wij hebben ook wat beters te doen en dus vervolgen we onze weg richting Cooktown. De wegen zijn prima en het uitzicht is grandioos. We rijden dwars door de natuur. En dat is goed te merken aan de (helaas) vele dode kangoeroes en wallibies langs de weg.

Cooktown ligt verder dan we hadden ingeschat, we gaan het niet halen vandaag. Op de route liggen geen free-campings of rest area's wat doen we? Het is inmiddels snikheet en we zijn wel toe aan een break. Dan komen we langs een zijweggetje dat lijkt te leiden naar... niets! We kijken elkaar aan. Dat is gaaf zeg. Voor we het weten tikt de richtingaanwijzer linksaf; we slaan de zijweg in. We rijden nog zo'n 10 minuten de gravelweg af, maar nog steeds zien we niets, geen tekenen van een dorpje of wat dan ook. De perfecte campingplek toch?

We parkeren de bus ergens bij een inham langs de weg. De zon brand fel, maar daar weet 'Janis' wel raad mee. We klappen het zonneluifeltje van de bus uit en ploffen in onze stoeltjes. Natuurlijk ontbreekt het wijntje niet en kijken we ook vandaag of de zon wel zakt.

Vrijdag 22 juni Zomaar in de outback tussen Cooktown en Lakeland

Vandaag rijden we het laatste stukje naar Cooktown. Een mooi dorpje met grote brede lanen en oude koloniale gebouwen. Maar cultuurbarbaren als wij zijn rijden we door naar de haven. We zetten de bus pal langs het water en kijken de oceaan over. Wat is dat toch met de zee? Die trekt ons toch elke keer weer aan. Het is ook zo mooi om gewoon maar naar te kijken. We zakken in ons stoeltje en lezen een boek, terwijl we af en toe over de rand gluren om te zien of de zee er nog is.

Cooktown is een stad met historie. Het is namelijk vernoemd naar de ontdekkingsreiziger 'James Cook' die hier aan land kwam toen hij met zijn schip 'The Endeavour' de wereld verkende. We rijden aan het einde van de middag een heuvel op naar een vuurtoren. Vanaf deze heuvel was het dat James Cook met zijn verrekijker over de Great Barrier Reef tuurde. In de hoop dat hij ergens een doorgang door het rif kon ontdekken voor zijn schip.

Het is al laat als we bij de vuurtoren wegrijden. Binnen een straal van 15km rond Cooktown mag niet gekampeerd worden. En omdat hier de controles op freecampers wel serieus zijn verlaten we het dorpje op zoek naar een geschikte slaapplek.

De omgeving is schitterend. Zo ver we kunnen kijken zien we heuvelachtig landschap begroeid met een soort tropische bomen die wij nog nooit eerder gezien hebben. We rijden steeds verder bij Cooktown vandaan, de 15km niet kamperen grens zijn we ver voorbij. Nog steeds geen tekenen van een camping of rest area. Ook op de kaart staat niets aangegeven. Het begint te schemeren als we langs een zijweggetje....... nou ja gisteren is zo'n zijweggetje ook erg goed bevallen. We gaan er weer voor. We rijden weer zo'n 10 minuten de gravelweg af, maar ook hier geen teken van leven te bekennen.

Als de laatste zonnestralen achter de heuvel verdwijnen is het snel donker. We zitten nog buiten met een wijntje maar we zien letterlijk geen hand meer voor ogen. Aan de dierengeluiden om ons heen te horen zijn we toch niet alleen. Best wel creepy. Zo dapper als we zijn slaan we ons wijntje achterover en liggen we al vroeg in bed, met de deuren op slot.

We vallen snel als een blok in slaap.....dat is totdat we midden in de nacht worden opgeschrikt door luid gejank..... gejank zoals een wolf dat kan doen.... we zitten in 1 keer rechtop in de bus en dus stoten we hard ons hoofd tegen het dak! Wrijvend over ons hoofd stamelen we; “huh, wat is dat? Een wolf ofzo? Er leven hier toch geen wolven? Ah nee, shit man daar heb je het weer. Het zit vlakbij de bus. Doe het raam dicht!” Als we zijn bekomen van de eerste schrik constateren we dat het een Dingo moet zijn. Een wilde hond, die lijkt op een kruising tussen een hond en een vos en dus blijkbaar jankt als een wolf. Gezellig hoor slapen in het bos.

Zaterdag 23 juni Mount Malloy free camping (donatie 2 dollar)

In de ochtend is er natuurlijk geen spoor meer van de Dingo's te bekennen. We stappen dus dapper naar buiten en gaan rustig een bakkie koffie doen en onze tanden poetsen. Ja, ja we zijn echte helden. Ahum... het bos ziet er in ieder geval een stuk vriendelijker uit in het daglicht.

Na ons ontbijt rijden we richting Laura, een gehucht in het noordelijke binnenland. Onderweg doemt er ineens een bordje “Historical Aborignal Site” op. Ieieieieiieuueiueu.... ik trap hard op de rem en draai met een veel te ruime bocht nog maar net de parkeerplaats op. “Zo wat doe jij nou, ben je gek geworden ofzo?” vraagt Richard die bijna met zijn neus tegen de voorruit zit. “Nah, ik zag dat bordje langs de weg, lijkt me wel leuk om even te kijken.”

Het blijkt een bijzondere archeologische plaats te zijn waar veel oude rotstekeningen van Aboriginals (oorspronkelijke bewoners van Australië) zijn gevonden. Het is bijzonder om de tekeningen te zien, vooral omdat ze al zo oud zijn. Maar ik moet zeggen echt veel meer tekentalent als ik hebben de aboriginals niet:)

Toch zijn de tekeningen van grote historische waarde, want ze vertellen veel over het leven, rituelen en gebruiken van de aboriginals. Wij begrijpen alleen de boodschap niet.

We reizen verder tot we aankomen bij Laura. Verder kunnen wij niet. Simpelweg omdat het asfalt ophoudt en de weg overgaat in een grote zanderige vlakte. Niet geschikt voor onze 'Janis'. We stoppen bij 'Laura's Roadhouse' om te tanken. De setting lijkt ons een prima locatie voor een ijskoud Coca-Cola reclamespotje. Dat is dan ook wat we bestellen bij de op en top Australische bediening. Een oude man met een oude strohoed; “Hey mate how ya doing? Wha can I get ya folks!”

We keren om en gaan weer zuidwaarts. Voor de (late) lunch stoppen we bij een grote parkeerplaats met autowasstraat. Het is hier heel gebruikelijk om tussendoor even langs de weg je auto af te spoelen. Sterker nog het wordt zelfs aangeraden omdat het de verspreiding van allerlei plantjes en weet ik veel wat dat aan je banden blijft hangen voorkomt. De wasstraat is gratis en dus rijden we de bus er wel even doorheen. Als we aan de lunch zitten worden we aangesproken door een Australische man. Hij blijkt getrouwd te zijn met een Nederlandse vrouw en is een tijdje in 'Strijen' op vakantie geweest. Een soort huizenruil. Maar nu toch maar weer in Australië, tja als je dan moet kiezen tussen Australië en Strijen?

De vrolijke man heeft nog wat reis- en campingtips voor ons. De meesten erg afgelegen en sommigen met een douche(!!!) Wij noteren ze, het klinkt goed. Hij besluit met de mededeling dat we ook maar even in het invalidentoilet moeten kijken... daar blijkt tot onze verbazing een warme douche in te zitten. Joehoe!!!

's Avonds proberen we al meteen een tip uit van de vrolijke Australiër en nemen de Mount Malloy free camping. Het is nog een flink stuk rijden naar de camping. Maar ja met zo'n uitzicht als deze, who cares?

Het is aardig druk als we in de namiddag op de camping aankomen. Toch is er voor onze bus nog een plekkie, zo'n beetje in het fietsenrek van een camper die ongeveer 4x zo groot is als ons. Nou ja, vallen we niet zo op he?!

De camping heeft alles wat we nodig hebben, een wc, een (koude) douche, maar voor Richard is het mooiste van de camping dat er fikkie gestookt mag worden!! Als een ware 'Outback Jack' sprokkelt hij hout in het bos en heeft hij werkelijk in een mum van tijd het vuurtje aan (ahum, het kan ook iets meer dan een 'mum' geweest zijn....).

Wil je even bij ons om het hoekje kijken?

http://www.youtube.com/watch?v=iY36E2P7-VA


***



HEY MATE WELCOME IN OZZIE!

ROADTRIP AUSTRALIA


woensdag 13 juni Cairns Cairns Beach hostel $45

De daling is ingezet. Door het rechterraampje zien we de kust van Australië opdoemen. De zee rolt op een eindeloze zandstrook die overgaat in dichtbeboste bergen. Verder daarachter ligt de outback, maar zover reikt ons zicht niet. Als ik hoopvol door het linkerraampje gluur zie ik één grote helderblauwe lap. Het water is zo helder dat ik onder de oppervlakte duidelijk de contouren van één van de zeven wereldwonderen zie. Eentje die met zijn 2000meters lang zelfs te zien is vanaf de maan (heb ik me laten vertellen door een zekere meneer Kuipers). Ik heb het natuurlijk over “The Great Barrier reef”. Wat een uitzicht!

Het vliegtuig tikt zacht op de landingsbaan; yeah we zijn in aussie! Wicked:) We stappen verwachtingsvol de aankomsthal uit. De straten zijn schoon, ruim en overzichtelijk. Het zonnetje straalt zonder dat het broeierig aanvoelt en de lucht is kristalhelder blauw zonder smog. Maar wat nog het meest opvalt, het is stil om ons heen. Er is geen geroep; “Hey mister, where you going?, hey hello look here, need transport?, what's your name?, very cheap here, hello....” Niets van dat alles. Er is slechts een kalme en oprecht vriendelijke “Hey mate, welcome in ozzie” en dat is het. Shit wat zijn we hier aan toe na 5 maanden Azië.

We laten ons voor $20 bij het Beach House brengen en nemen daar voor $45 een kamer. Daarmee zijn we in 10 minuten al door ons dagbudget heen, Oeps. Nah, misschien is dat dan het enige kleine nadeel van Australië... Gelukkig kunnen we morgen de camper ophalen en slapen en reizen we voor $30 per dag.

Onze kamer in het Cairns Beach House moet nog schoongemaakt worden dus we droppen onze rugzakken en gaan de 'esplanade' (boulevard) van Cairns op. De boulevard van Cairns is zoals ik me voorstel hoe het ook in Amerika moet zijn. Het is schoon, er is een breed geasfalteerd wandelpad, een mooi aangelegd fietspad, er zijn funparks voor skateboarders, fitnessapparaten, speeltuinen die heel zijn en niet ondergespoten met graffiti, zo af en toe komt er een hardloper voorbij of iemand die zijn hond uitlaat. Iedereen groet wel even of maakt spontaan een kort praatje. Op het strand zien we een groepje pelikanen rustig aan hun veren plukken (WTF!).

Verderop ziet de zee ziet er aanlokkelijk uit, maar niemand die ook maar zijn teen in het water steekt. Kan iets te maken hebben met de waarschuwingsborden die duidelijk maken dat er krokodillen in dit gebied leven!

Na een simpele lunch aan de boulevard die 7x zo duur is dan in Azië gaan we terug naar het Hostel. Het Beach House heeft alles wat je van een jeugdhostel mag verwachten. Vriendelijk personeel, dorms (slaapzalen met stapelbedden), internet, wifi, wasservice, gemeenschappelijke keukens, koelkasten, simpel ontbijt, gratis smakeloos avondeten en als pluspunt een zwembad! Wij zijn de rest van de middag aan het zwembad te vinden en vallen, na onze korte nacht in het vliegtuig, als een blok in slaap.

3.45uur de wekker loopt af. Een mooie tijd om te douchen en een oranje t-shirt aan te trekken. We lopen midden in de nacht over de donkere straten naar een hostel aan de boulevard, het enige hostel in Cairns dat het EK-voetbal uitzend. Als wij binnen komen horen we net de laatste zinnen van het volkslied. De tv-kamer van het hostel is gevuld met 30 Duitsers en een ongeveer gelijk aantal Nederlanders. We settelen ons op de grond voor de tv, fuuuuut... de wedstrijd is begonnen.

De sfeer in het hostel is goed, iets dat in Nederland mogelijk ondenkbaar zou zijn gezien de samenstelling van het publiek. Op reis is alles anders blijkbaar. Helaas verandert dat niets aan het verloop van de wedstrijd, want dat is voor ons dramatisch. Nederland speelt alsof ze poep in hun broek hebben en dat maakt de Deutsche Mannschaft oppermachtig jah. Het is vernederend als na 24 minuten de Duitsers in de zaal terecht kunnen juichen!! Zijn we hier midden in de nacht voor opgestaan?! Zittend in een zaal met Duitsers en dan afgeslacht worden...grrr.. Naast mij hoor ik hoe een Nederlandse jongen zijn vakantieliefde abrupt beëindigt. Het Duitse meisje kijkt hem onbegrijpelijk aan.

Donderdag 14 juni Yorkeys Knob (parkeerplaats)

Het begint licht te worden als we uit het hostel stappen. We lopen over de boulevard in ons oranjeshirt, terug naar ons eigen hostel. Rechts van ons zien we de zon over de zee opkomen. Een geweldig uitzicht dat een heel klein beetje de wedstrijd doet vergeten. Ik staar naar de oceaan en de eerste zonnestralen, terwijl Richard op z'n gemakje de wedstrijd analyseert alsof hij met vrienden in de kroeg staat. “Vind je ook niet An?” “ehhh... ja nou zeker zeker! Zo zie je die pelikanen daar? O, had je het daar niet over.”

Na het ontbijt (en een beetje bijslapen) is het dan eindelijk zo ver; we kunnen de 'hippiecamper' ophalen. We hebben 'm alleen nog maar op een plaatje via internet gezien, dus hopen maar dat 'ie bevalt....

De camperverhuurder vraagt na wat we allemaal van plan zijn. Wij vertellen enthousiast onze voorgenomen route; de oostkust afrijden van noord naar zuid. De man kijkt ons bedenkelijk aan; “Dat is een lange tijd...in zo'n kleine camper”. Er valt een stilte. “Euh? Hoeveel kilometer was het precies?”, vragen wij. “Van Cairns naar Melbourne is het ruim 3500km, als je in een rechte lijn zou rijden. Reken dus maar op 6000km, een beetje afhankelijk van waar jullie willen stoppen.” Weer kijkt de man ons aan met zijn bedenkelijke blik. Maar we laten ons niet uit het veld slaan. Als de formulieren zijn ingevuld, de verzekeringen zijn afgesloten en de creditcard is geleegd, dan worden we voorgesteld aan 'Janis'. “Janis is ons nieuwste model, jullie huren de camper zo lang, ik zal jullie Janis geven. Daar zit ook een tv en dvd speler in.” Wij lachen, omdat we denken dat hij een grapje maakt, en lopen achter de man aan. Verderop in de garage zien we een oranje/witte bus met de tekst hippie camper en de naam Janis op de zijkant. Tot onze verbazing zien we dat er echt een tv met dvd-speler in zit! Het keukentje is beter dan wat we hadden verwacht en de zit/slaapruimte oogt knus maar met voldoende ruimte. Zelfs Richard zijn benen passen in de bus. De autoverhuurder kijkt verwonderd naar onze enthousiaste reacties; “Jullie weten dat het winter is in Sydney en Melbourne he? Ik zal jullie maar een extra dekbed meegeven. Aan de slaapzakken die er bij geleverd zijn hebben jullie waarschijnlijk niet genoeg.”

Nog steeds enthousiast rijden we nogal onwennig weg met Janis. We maken de bekende beginnersfouten, rijden bijna de rotonde de verkeerde kant rond en zetten de ruitenwissers aan als we willen knipperen om af te slaan. Maar verder gaat het goed! We rijden naar Yorkeys knob, een mooi strandje net buiten Cairns. We voelen ons zo vrij als een vogel met de bus in ons bezit.

Vrijdag 15 juni Yorkeys Knob (parkeerplaats)

De eerste nacht in de camper is voorbij gevlogen. Zodra we wakker zijn zetten we de stoeltjes aan de zee. Zo ff een bakkie koffie om wakker te worden, of dromen we nog?

We staren over de zee en zeggen dat het niet mooier kan worden....., maar dan zien we opeens 100 meter voor ons dolfijnen uit het water springen. Natuurlijk zijn we de rest van de dag niet uit onze stoeltjes weg te slaan, het hoeft ook niet dus we blijven lekker hangen. We doen niet veel anders dan zonnen en een boekje lezen. Klinkt als vakantie.

Zaterdag 16 juni Port Douglas (parkeerplaats)

Ik start de motor terwijl Richard nog in bed ligt, shit ik moet echt nodig naar de wc. Innmiddels zijn we 'bekend' met Yorkshire's Knob en dus rij ik snel naar de openbare toiletjes. Goh! We zijn laat vandaag het is al 8.30u. Een klein kwartiertje later staren we weer over ons bakkie koffie naar de oceaan. Het is toch eigenlijk te mooi om waar te zijn, maar het is waar.

Na het ontbijt gaat Richard een stuk hardlopen en pak ik mijn mp3 om een ochtendwandeling te maken. Lopend over het strand dwalen mijn gedachten af. Hoe zou het zijn om hier te wonen, werken.... leven? Een onbekend gevoel bekruipt me langzaam. Ik stel me voor hoe we hier zouden kunnen leven, samen, in een uniek land, alles nog onbekend, maar toch een beetje vertrouwd, familie en vrienden achtergelaten, maar ook nieuwe vrienden ontmoeten... Zouden we het kunnen? Zou ik me dan zo voelen zoals nu, of is het een droom? Weer dat gekke gevoel dat me bekruipt. Wat nou als dromen geen dromen blijven? Zou het?

Na een uurtje kom ik terug bij de bus en zie Richard al staan. Ik kijk 'm aan. “Hoe was het hardlopen?” Richard verzucht; “Nou, het was zo gek... Ik voelde me zo... Ik moest ineens denken aan hoe het zou zijn om hier te wonen.” Slik.

Na de lunch besluiten we een stukje noordwaarts te rijden. Onze eerste echte tocht met de bus. En dat is bepaald geen straf. We rijden op een slingerende weg vlak langs de zee, wat een uitzichten. We zijn op weg naar Port Douglas, de eerste grotere plaats ten noorden van Cairns. Eenmaal in Port Douglas zoeken we een boekhandel op en schaffen we een low-budget campinggids aan. Ook de meeste plekken waar gratis gekampeerd mag worden staan erin vermeld. We moeten toch ergens op proberen te besparen hier.

We plaatsen de bus bij de baai van Port Douglas (en we doen net alsof we het bordje 'no camping' niet gezien hebben). De parkeerplaats ligt pal aan een groot grasveld met palmbomen. Het is zaterdag en het is aardig druk onder de palmbomen.

Aan de rechterkant van het parkje staat een bruidspaar en hun familie wat mooie plaatjes te schieten. Je zou bijna gaan trouwen in zo'n mooie omgeving. Maar dat doen we toch maar niet, wij pakken ons picknick-kleedje, een pak wijn en wachten op de zonsondergang....

Zondag 17 juni op het grasveld achter een dikke boom bij Newell beach

Rond 5 uur word ik wakker van een auto die over de parkeerplaats rijdt. Ai, het zal toch geen politie zijn? We staan nog steeds op de parkeerplaats bij de baai van Port Douglas. Gisteren klonk het nog zo logisch om net te doen alsof we het bordje 'no camping' niet gezien hebben. Nu ga ik daar toch aan twijfelen. Zeker nu ik weet dat een boete kan oplopen tot $500. niet echt handig als je juist geld probeert uit te sparen. De auto rijdt voorbij; Mooi! Loos alarm. 5 minuten later komt er weer een auto langs. Even het gordijntje opzij, nee hoor deze rijdt ook gewoon door. Weer een paar minuten later herhaalt zich hetzelfde tafereel. Wat is dat toch? Dan hoor ik stalen buizen klinken en een hamer tikken. Vreemd hoor.... Er volgen meer auto's. Ik doe weer het gordijntje opzij; de meeste hebben aanhangwagens en lijken iets verderop te stoppen. Huh? Ze laden spullen uit en zetten een soort van kraampjes op. Het is donker, ik ben slaperig en kan het niet plaatsen. Onder het getik van hamers dommel ik in, totdat ik rond 8.30u wakker schrik. Ik hoor veel gerommel en gekwebbel naast mijn bed. Ik schuif de gordijntjes opzij; “euhh Ries, op welke dag was er hier ook alweer de markt?”

Het is al aardig druk op de zondagmarkt als ik met mijn tandenborstel in de mond naar het toiletgebouw loop. Het valt me op dat ik niet eens zo heel vreemd wordt aangekeken door de marktlui:) Ze zijn zeker al gewend aan verdwaalde toeristen. Een uurtje later loop ik een rondje over de markt. Ze hebben van alles. Van gouden sieraden tot originele didgeridoos en van handgemaakte tasjes tot waarzegsters die je toekomst voorspellen met behulp van tarotkaarten. Bij elk kraampje kun je met creditcard betalen en dat is handig want de prijzen liegen er niet om. Op de Australische markt is de gulden bepaald geen daalder waard, om het zo maar te zeggen. Maar ja, we zijn dan ook in Port Douglas; de thuisbasis van de jetset van Australië.

Hoe later in de ochtend hoe meer 'jetset' volk er op de markt af komt. Voor onze bus staat inmiddels een groepje mannen in hun zondagse pak champagne te drinken, terwijl de vrouwen in hun zondagse jurk de toastjes, met kaviaar ofzo, staan klaar te maken. Kortom we voelen ons een wat vreemde eend in de bijt zo met onze hippiecamper en nog voor de lunch starten we de motor op zoek naar een ander plekje.

Die vinden we een stukje noordwaarts bij 'Four Mile Beach'! Een mooi zandstrand aan de andere kant van Port Douglas, geen four miles, maar toch wel erg lang. We bakken een eitje onder de palmbomen en doen verder niets dan wat luieren en genieten van waar we zijn.

Tegen de avond rijden we naar Newell Beach, een strandje nog wat verder noordwaarts. We zetten de bus op een grasveld achter een dikke boom en maken in het licht van de zaklamp Sweet en Sour rijst met groenten. In de bus vallen we in slaap terwijl we de golven op het strand horen slaan. Pffff....Wat een leven.

***

STOPOVER SINGAPORE

Maandag 11 juni Singapore The Inncrowd Hostel($20p.p. dorm)
We wanen ons op een andere planeet als we het vliegveld van Singapore oplopen. Alles is schoon en goed georganiseerd. Wat een vreemde gewaarwording na 6 maanden Azie! In een mum van tijd hebben we een duidelijk antwoord op hoe we met openbaar vervoer naar de stad kunnen. En dat betekent hier niet hangen in een overvolle gare bus, maar gewoon luxe met de skytrain en daarna met de superdeluxe metro. Wat een orde, regelmaat en vooral veel regels. Overal hangen bordjes met wat je niet mag doen, en als je het toch doet hoeveel de boete kost. Die varieert van $200 voor eten in de metro tot $1500 voor roken waar het niet is toegestaan. Ook op straat is alles anders... er zijn strepen op de weg, mensen lopen op de stoep want er is hier een stoep(!), er wordt niet geschreeuwd en geroepen naar je, maar mensen lopen rustig langs elkaar en geven elkaar de ruimte. Ook zijn er werkelijk overal schone openbare toiletten, en nog iets geks alle toiletten hebben een wc-bril! Ja, ja het is een vreemde wereld hier in Singapore.

We hebben gekozen voor een Hostel in de 'Indiase buurt'. Het Hostel loopt als een trein en heeft alles wat je van een hostel zou kunnen wensen. Helaas voor ons budget is de prijs aangepast aan de Singaporese standaarden. We kiezen de goedkoopste optie; een stapelbed in een 12-persoons dorm (slaapzaal) en die is al ver boven ons budget. Maar ja het is voor een nachtje dus we ploffen onze tassen neer, nemen een uitgebreide warme (!!!!!) douche, en gaan op pad naar het centrum.


Het centrum bestaat uit een extreem lange winkelstraat met voor mij veel bekende winkels; Gucci, Vuitton, Burberri, Chanel, Prada, Versace en nog meer van dat soort shoppies waar ik vaak kom. Vandaag heb ik zin in wat anders en stap ik de H&M in (wat een geluk dat ze die ook hebben:-).

De rest van de middag lopen we wat rond in de stad en kijken onze ogen uit, die maar niet wennen aan de geordende schone straten en de hoge skyscrapers! Het is inmiddels goed warm geworden, maar gelukkig staan de airco's in de winkels zo hoog dat het zelfs op straat koud is.

'sAvonds laten we ons overhalen door de ober van een authentiek Indiaas eettentje in de buurt van ons hostel. Hij belooft ons dat we nog nooit zulk lekker Indiaas eten hebben geproefd. We kijken naar binnen en zien echt alleen maar Indiase mensen zitten (wat meestal een goed teken is). Zelfs de eetgewoontes zijn Indiaas; dus met je handen eten. Ja alles, ook de saus enzo.We laten ons niet kennen en hoewel we de kaart niet kunnen ontcijferen laten we ons maar verrassen door de kok.... en eerlijk is eerlijk tijdens onze reis van 4 weken door India hebben we zelden zo lekker gegeten als hier in de Indiase wijk van Singapore!

Dinsdag 12 juni Singapore Vliegtuig naar Australie
Na een ontbijtje in het hostel checken we uit en laten we onze tassen in de opslag staan. We hebben nog tot vanavond 19uur om Singapore te bekijken, daarna vliegen we naar het volgende avontuur; Australie.

Het is Richard gelukt om contact te leggen met zijn oude schoolvriend uit Rozenburg. Joost woont en werkt inmiddels al een tijdje in Singapore en kon op het laatste moment nog zijn agenda omgooien om met ons te lunchen. Joost en Richard hebben elkaar al zo'n 15 jaar niet meer gezien, dus het is best een bijzondere reĂĽnie!

Tegen twaalf uur komen ik en Richard aan in het afgesproken lunchzaakje. Joost is er nog niet dus we zoeken vast een plekje. Als Joost binnenkomt is het een en al herkenning. De heren proberen in twee uur alle ervaringen van de afgelopen 15 jaar met elkaar te delen. Ook oude herinneringen worden opgehaald en voor we het weten zijn we twee uur verder en zouden we bijna vergeten de heerlijke lunch op te eten. Er is nog zoveel meer te vertellen en te vragen, maar Joost moet toch echt weer aan het werk. Buiten nemen we nog snel even een foto (wie is de backpacker?) en dan scheiden de wegen weer.


joost (mocht je dit lezen), hartstikke bedankt voor de lunch. Het was gaaf om je weer eens te zien en te spreken en natuurlijk veel te kort. Laat maar even weten wanneer je in Nederland bent. Trakteren wij op een lunch!!!

Joost gaat terug naar kantoor en wij zetten koers naar de haven van Singapore. Op advies van Joost nemen we een toeristisch tochtje met de rondvaartboot, zodat we vanaf het water goed de skyline van Singapore kunnen zien. Het is niet erg druk op de boot, sterker nog we zijn de enige twee gasten. Joost had gelijk, vanaf het water zien we de skyline van Singapore pas echt goed. De meest bizarre gebouwen doemen voor ons op. Wat een rijke stad, ongekend in zijn soort, vooral in Azië.


Singapore is een vreemd plekje op de aarde. Het land heeft zich in een paar decennia ontwikkeld naar een van de meest welvarende landen ter wereld. De mensen lijken er gelukkig, maar moeten wel in de pas meelopen. Singapore wordt met redelijke harde hand geregeerd. En nog steeds moet je voldoen aan een waslijst vol regels. Daar staat tegenover dat de regering ook het nodige biedt. Goed onderwijs, huisvesting, gezondheidszorg enz. Het voelt een beetje dubbel, want mensen zijn niet volledig vrij in hun mening. We zijn hier echter te kort en weten er te weinig van om hier echt iets van te vinden.

Het is al tegen het einde van de middag. We kunnen nog veel meer zien in Singapore maar straks gaat ons vliegtuig. Maar eerst ploffen we nog even neer op een terrasje, want natuurlijk moeten we onze reis door Azie goed afsluiten; ...... met een biertje.

***

INDONESIE 4 MEI T/M 11 JUNI

Reisverhalen Indonesie nog onder constructie:)

Nog even geduld a.u.b........

***

KATHMANDU EN SAGARMATHA

Maandag 30 april Kathmandu Hotel Lai Lai (Nrp 1000)

En na 5 dagen nagenoeg niks, hebben we vanmorgen Pokhara verlaten. Met een redelijk comfortabele bus (waar zelfs ik in paste) en maar een klein oponthoud zijn we aangekomen in Kathmandu. De hoofdstad van Nepal, die op ons qua naam alleen al een bijzondere indruk maakt.

We checken in bij Hotel Lai Lai; prima kamer en een aardige receptioniste die ons wat korting geeft. Hotel Lai Lai licht een beetje buiten het centrum, maar alles is prima aan te lopen.

Kathmandu is een drukke, maar sfeervolle stad, die ons een beetje aan Bangkok doet denken.

Dinsdag 1 mei Kathmandu Hotel Lai Lai (Nrp 1000)

Toen we nog thuis waren en over onze reis aan het mijmeren waren, was Nepal al gauw een van de landen op onze lijst. Nepal is het land met de hoogste bergen en zoals iedereen weet is Mount Everest, oftewel Sagarmatha, het hoogst. Hoewel we inmiddels hebben losgelaten dat we perse van alles moeten zien, kunnen (willen) we er gevoelsmatig niet onderuit om deze reus van dichtbij te zien. Een beklimming zit er qua tijd (en energie) niet meer in, dus we besluiten te kijken of we een rondvlucht kunnen maken. Al snel staan we in een van de vele kantoortjes die een rondvlucht naar de Mount Everest aanbiedt. Na een druk op de knop en een handtekening hebben we voor zo'n €100 p.p. de door ons begeerde tickets in handen. Nog twee nachtjes slapen en dan mogen we met de vlucht van 3 mei mee.

Met wat lekkere broodjes, drinken, snacks (en Yak-kaas voor An) verplaatsen we ons naar een stadspark. Het park is een tip van de Lonely Planet en is ligt net dichtbij genoeg om even heen te lopen. Moe van de wandeling liggen we de rest van de dag een beetje te lezen in het gras.

Gisteren was het Koninginnedag in Nederland. Normaal gesproken een dag waarop we enkele (en soms wat meer) biertjes nuttigen met onze vrienden bij de Mertz. Dat zat er dit jaar even niet in, geen “In the name of” voor ons. Geen oranje straten, rommelmarkten die verregenen en hoofdpijn de volgende dag. Hier in Kathmandu zou je bijna vergeten dat Nederland even op zijn kop staat, maar op een bizarre manier herinnert de “himalayan post” ons aan deze feestelijke dag.

......en helaas gaat al het andere nieuws ook gewoon door.....


Als we naar huis (het hotel) lopen, wordt An wakker geschud door de klanken van Metallica. “Zoooo dit is goed man, kom hier gaan we nog even naar binnen”. In een smal steegje klimmen we drie trappen omhoog naar een heel gaaf café. Eenmaal binnen zien we een Nepalese band op zeer overtuigende wijze Metallica, Audioslave en Rage Against The Machine coveren. We worden bijna omver geblazen, zo goed is het. Helaas loopt het al tegen sluitingstijd en maken we alleen nog het staartje van het optreden mee, maar wat een geweldige afsluiter van de dag!


Woensdag 2 mei Kathmandu Hotel Lai Lai (Nrp 1000)

Vandaag kiezen we ervoor om wat voor onszelf te doen. Ik ga de stad verkennen en dan met name het oudere gedeelte met de tempels. Maar eerst nog even op zoek naar een kapper, die ik gelukkig snel vind. Deze keer sla ik de aangeboden hoofdmassage af en loop ik voor 1 euro weer kortgewiekt naar buiten. Het is warm vandaag. De lucht is strak blauw en de zon brand goed.

Het tempelcomplex is leuk om te zien, maar eerlijk gezegd had ik me er iets meer van voorgesteld. De tempels zijn inmiddels ingebouwd door huizen en winkels. En hoewel het echt wel een oosterse uitstraling heeft, wordt ik er toch niet echt door geraakt. Ik besluit te gaan lunchen op een dakterras met uitzicht over de oude stad.

Het is helaas zo warm dat ik na de lunch snel besluit om terug te keren naar het hotel voor een koude douche. Onderweg koop ik nog een kettinkje en 2 armbandjes voor een prikkie. Eentje is voor An uiteraard. Armbandjes worden in de landen die we tot nu toe hebben bezocht aan de lopende band verkocht. Naast foto's is dat een leuke manier om herinneringen te verzamelen.


An en ik hebben na het avondeten afgesproken in de Ierse Pub. Daar wordt live muziek gespeeld en daarna gaan we misschien nog wel door naar het café van gisteren. Wanneer ik in het centrum van Kathmandu m'n broodje shoarma met patat (ja, ja moet ook af en toe gebeuren) zit te eten, zie ik An voorbij lopen. Een grappig gezicht en een gek idee om even niet met elkaar te eten. Maar wel goed om even iets voor onszelf te doen, iets dat in Nederland heel natuurlijk gaat, moet je hier plannen.


Uiteraard ben ik ruim voor de afgesproken tijd in de Ierse Pub. En als An (uiteraard te laat) binnen komt bestellen we 2 grote bieren en kunnen we elkaars dag doornemen. Als ik met mijn verhaal klaar ben is An aan de beurt. Ze blijkt dit keer korter van stof dan ik; ze heeft vanmorgen broodjes met yak-kaas gekocht, daarna koers gezet naar het stadspark en is in het zonnetje gaan liggen met haar mp3 en een boek....


Donderdag 3 mei Kathmandu Hotel Lai Lai (Nrp 1000)

Wanneer het nog net niet licht is (dus veel te vroeg) worden we opgehaald door de taxi. Het vliegveld ligt op een klein half uur rijden. De weg er naartoe is breed. Maar wat opvalt zijn de huizen. Het lijkt erop dat de voorkant van vele huizen is afgezaagd. Je kijkt zo de huiskamer en slaapkamers in. We vragen onze taxichauffeur wat hier gebeurd is. De vriendelijke man legt uit dat de regering de weg van en naar het vliegveld belangrijker vindt dan het woongenot van de vele mensen die er wonen. Toen besloten werd dat de weg verbreed moest worden is gesteld dat mensen moesten vertrekken. Degenen die geen mogelijk hadden om te verhuizen konden blijven. Maar dan moesten dan wel genoegen nemen met een huis waarvan de complete voorkant ontbreekt. Volgens de chauffeur is de mensen geen enkele vorm van compensatie aangeboden. Echt bizar. Zo ervaar je onderweg naar iets leuks toch maar weer even de andere kant van een land.


Even omschakelen...


Op het vliegveld aangekomen loopt alles volgens planning. Het vreemde gevoel van de afgezaagde huizen maakt plaats voor zin in de Mount Everest. Toch wel een droom van ons om deze wereldberoemde berg te zien.

In een klein vliegtuigje nemen we snel afscheid van de stad Kathmandu. Het is nog erg vroeg, maar nu hebben we de grootste kans op helder weer. En we treffen het. Het is perfect wintersportweer en het duurt niet lang voordat we de Himalaya in beeld krijgen. Wat een onwerkelijk plaatje!!! De ene na de andere 8000-der komt voorbij. Het is een schilderachtig tafereel van ijsblauwe lucht en besneeuwde toppen.


Tijdens de vlucht worden we een voor een de cockpit ingeroepen en mogen we over de schouder van de piloot kijken. Het vliegtuig gaat tegen de zon in en het kost moeite om door het raam te kijken. De piloot wijst schuin naar links en als de ogen gewend zijn aan het felle licht zien we voor het eerst het echte dak van de wereld. Met kop en schouders steken er twee toppen boven die van de buren uit. De linker van de twee is Sagarmatha, met bijna altijd een sluierwolk om zich heen. Gaaf...

Beetje bij beetje komen we dichterbij en krijgen we hem ook in het zijraam te zien. Door de dikke vliegtuigramen is het lastig foto's maken, maar daar gaat het eigenlijk niet om. Ademloos staren we uit het raam en voor we het weten draaien we helaas langzaam weer om voor de terugreis.

Totdat we de stad in zicht krijgen blijft het een mooi gezicht en nog heel lang kunnen we de berg der bergen blijven zien.

Bekijk hier de clip: http://www.youtube.com/watch?v=7a6FGM8lvWA


Tja, en wat doe je na zo'n belevenis. Als we terug zijn in hotel is het nog zo vroeg, dat het eigenlijk nog steeds geen tijd is om op te staanZzzzzzz...


Als we later in de ochtend weer wakker worden besluiten we om naar de hoogste heuvel van Kathmandu te lopen. Daarvandaan heb je een goed uitzicht hebt over de stad. De heuvel is tevens een bedevaartsoord met tempels en wordt bewoond door hele brutale makaken. En dat laatste vind ik geen geruststellend idee. Want brutale makaken zijn namelijk niet bang voor je. En dat heb ik liever wel. Gelukkig zijn we ingeënt tegen rabiës en wandelen we er uiteindelijk toch maar naartoe.

Onderweg worden we nog maar eens geconfronteerd met de mindere kant van Kathmandu. Die van vervuiling en armoede. Een brug geeft ons zicht op een rivier die lijkt te dienen als een drijvende vuilnisbelt. De stank komt ons tegemoet als we over de brug lopen. Op de oever zien we krotten gemaakt van afval, te smerig voor woorden en te erg om te kijken naar de gezinnen die hier leven...

Wat een contrast dit onwaardige bestaan! En dan te bedenken dat wij vanmorgen €200 hebben neergelegd om een half uur rond de Mount Everest te vliegen. Het gemiddelde inkomen in Nepal ligt rond de €120..... per maand. Het inkomen van de mensen langs deze rivier bestaat waarschijnlijk niet eens. Pffff... Wat leven we toch in een achtelijke wereld.

Maar weer 'even' omschakelen, want de wereld op je schouders dragen is te zwaar.

We stappen door en wat later staan we voor een steile trap met veel teveel treden. Maar ook veel teveel apen. Bevreesd beginnen we aan de stijging en houden we onze kleine behaarde soortgenoot goed in de gaten. Maar niet goed genoeg, want binnen 1 minuut ben ik m'n flesje coca cola kwijt. Terwijl ik rechts aandachtig een paar apen in de gaten hou, is er een kleintje links van me geslopen en grist hij (of zij) zo het flesje uit m'n linkerhand. In mijn naĂŻeve reactie denk ik het flesje nog te kunnen redden, maar die aap is natuurlijk veel vlugger dan mij. Met een grijns op z'n smoel staat hij wat later op een rots het flesje open te draaien en neemt hij een grote slok. F*CK-aap.

Na wat gehijg en gepuf komen we (dorstig) boven aan. De tempels zijn best indrukwekkend en het uitzicht over Kathmandu is mooi. Als ware cultuurbarbaren keren we de tempels de rug en pakken we een dakterrasje om het uitzicht goed in ons op te nemen. Backpackers als we zijn vragen we de eigenaar of we onze meegebrachte broodjes bij ons drankje mogen opeten. Dat blijkt geen probleem. Maar wat wel een probleem blijkt, zijn de apen die zich inmiddels ook rond het dakterras verzameld hebben:) De eigenaar verwijst ons naar een verdieping lager waar hij snel de klapramen dichtdoet. De hond van het restaurant help ook een handje mee en houdt waaks de apen op afstand. Echt heeeeel rustig maakt An de broodjes klaar en slikken we ze zonder te kauwen door.


's Avonds weer terug in Kathmandu is het etenstijd. Tja we hebben het er maar druk mee. Het is onze laatste avond in Nepal, dus de laatste kans om nog eens echt Nepalees te eten. We haasten ons naar een authentiek eettentje en laten ons verrassen door de suggesties van de kok; Momo's, Dhal bat, Samosa, Koriander chutney, Paratha, Chapati..... Hmmmmmm....

Shit! Genoeg redenen om nog eens naar Nepal terug te gaan.


***

AAN HET MEER, AAN HET MEER, AAN HET MEER...

Woensdag 25 April t/m Zondag 29 april Pokhara Peacefull Guesthouse (Nrp 400)

Tja, wat schrijf je over 5 dagen beentjes omhoog. Toen we s'ochtends in alle vroegte landden in Pokhara, hebben we onze tassen opgehaald bij de Bishnu Lodge. We hadden inmiddels al besloten om niet hier te blijven slapen. We waren toe aan een plek met wat meer zekerheid op een echt warme douche. Na even te hebben gezocht kwamen we uit bij het Peacefull Guesthouse. Goeie naam, prima plek.

En vanaf toen hebben we ons iedere dag op een terras langs het meer genesteld. Soms het Freedom Cafe, maar vaker nog het wat goedkopere My Favourite Cafe. We hebben lekker gelezen, geĂŻnternet, gegeten en gedronken. Soms kochten we een flesje wijn en olijven en zaten we in het gras aan het meer te wachten tot de zon Pokhara had verlaten. We vonden dat we dat wel hadden verdiend na ons wandelingetje.

Een dag schoven we aan voor het ontbijt bij 'My Favourite Cafe' en vertrokken we na het avondeten. Alleen was dat ook de dag dat An weer eens een visje probeerde..... Die er vervolgens de gehele nacht antiperistaltisch weer uit kwam marcheren. Het was echt zielig. Ik heb An niet vaak zo hopeloos gezien. Na die dag hebben we dat cafeetje links laten liggen.

Ik had me voorgenomen om mezelf na de Annapurna te verwennen met een echte Nepalese scheerbeurt. Van m'n baard en snor wel te verstaan. Voor 150 roepies kun je je op veel plaatsen laten scheren. En met een baard van 2 weken ben je een gemakkelijk slachtoffer. De eigenaar van het eerste tentje dat ik tegenkom ziet mij op een afstand aankomen....eerst mijn baard en snor en daarna ik. Ik neem gewillig plaats in de stoel, check nog even of hij een nieuw mesje pakt en geef me dan over aan de scheerder. Hij gaat grondig en efficiënt te werk. Als hij na afloop m'n gezicht heeft ingesmeerd met een luchtje dat aan mijn schoonvader doet denken (old Spice), begint hij aan een hoofdmassage. In de spiegel zie ik een prijslijst hangen, maar kan niet goed zien wat het kost. De truc van een goedkope scheerbeurt is namelijk ongevraagd beginnen aan een massage, waarvoor je achteraf wat extra betaald. Ondanks m'n ervaring in de woestijn in India voelt dit wel goed. Zeker wanneer hij m'n nek en schouders onder handen neemt. Ik denk, “what the fuck”, en laat hem z'n gang gaan. En tik achteraf 1000 roepies af in plaats van 150. Nou En!!!!!!!!!! (shit)

In het guesthouse ook nog wat leuke mensen ontmoet. Een Argentijn en fan van Estudiantes. Hij is wat ouder dan ik en kon de wedstrijd om de wereldbeker tegen Feijenoord nog goed herinneren. En ik de uitslag;-). Deze Argentijn deelde z'n kamer met een Amerikaanse muzikant/zanger uit Seatlle, die net als ons in de zorg werkzaam is. Hij deed me een beetje denken aan Neil van de Young Ones. Hij is 4 weken op reis en was al meerdere mensen tegen gekomen die een behoorlijk lange periode aan het reizen waren. Dat had hem aan het denken gezet. Maar nu moest hij over een weekje naar huis om z'n spaarpot aan te vullen. En ook maakten we kennis met Jason uit Canada. Toen we een wijntje zaten te drinken op het balkon van het guesthouse hebben we een tijd met hem zitten praten. Hij was nogal open over z'n verbroken relatie. Ze waren samen vertrokken naar Zuid-Korea om daar te werken als leraar Engels. Dit bleek uiteindelijk meer zijn droom, dan die van haar. De relatie liep stuk en nu volgt hij alleen z'n droom. Nepal en Pokhara hadden z'n filosofische knop geraakt. Hij dacht maar na over wat hij dacht. En daar dacht hij dan weer over na. Hij deed voorkomen alsof hij helemaal was bevrijd en langzaamaan zichzelf weer aan het vinden was. Hij was van plan om al z'n ervaringen, gevoelens en gedachten om te zetten in een boek. Regelmatig zagen we hem driftig schrijven. Wie weet lezen we ooit van hem terug...Moet ik er wel bij vermelden dat hij net als zovelen onder invloed was van enig geestverruimend groen goedje.


***